1. De provocatietest
2. Voorbeeld ‘De Bronchiale provocatietest’
3. Voorbeeld ‘De nasale provocatietest’
4. Voorbeeld ‘De huidtest’
5. Hoe stelt een arts meestal de diagnose?

1. De provocatietest

De allergietest, beter de provocatietest genoemd, heeft tot doel in een gecontroleerde omgeving na te gaan of iemand allergisch is.

Diagnose allergie

Met een allergeen, waarvan men verwacht dat de persoon allergische reacties gaat vertonen, wordt de persoon in aanraking gebracht. Men meet vervolgens de mate waarin zich een reactie voordoet.

Deze testen worden meestal pas uitgevoerd als een “huidtest”, in combinatie met een anamnese (ziekte-geschiedenis van de patiënt) onvoldoende bewijs levert. Meestal vinden deze testen plaats in speciale daarvoor uitgeruste centra.

2. Voorbeeld ‘De Bronchiale provocatietest’

Hierbij wordt geprobeerd een astma-aanval uit te lokken. Dit kan door de patiënt allergenen te laten inademen, bijvoorbeeld pollen (stuifmeel), de patiënt bloot te stellen aan lage temperaturen of de patiënt zich te laten inspannen. (“testen van inspanningsastma”).

3. Voorbeeld ‘De nasale provocatietest’

Om na te gaan of een patiënt rhinitis (ontsteking van het neusslijmvlies) ontwikkelt, laat men de patiënt die allergenen door de neus inademen waarvan men verwacht dat er een allergische reactie door ontstaat.

4. Voorbeeld ‘De huidtest’

Bij de huidtest worden verschillende allergenen in de huid gebracht. Onder geheel gecontroleerde omstandigheden wordt de reactie van de huid op het allergeen of de allergenen gemeten.

5. Hoe stelt een arts meestal de diagnose?

In de meeste gevallen is de anamnese voldoende voor het vaststellen van allergie. De arts zal de patiënt vragen stellen over wat de klachten zijn, hoe ernstig ze zijn en wanneer ze voorkomen. Daarna kan hij met een lichamelijk onderzoek uitsluiten, dat er andere oorzaken ten grondslag liggen aan de klachten.

Indien allergie wordt vastgesteld, krijgt een patiënt meestal een of meerdere geneesmiddelen.